Rapport-Wennink: waarom robotica cruciaal is voor de toekomst van Nederland
Nederland staat op een kantelpunt. De komende decennia kan economische groei niet langer worden gerealiseerd door méér arbeid, simpelweg omdat die ruimte er niet meer is. De boodschap van het Rapport-Wennink is helder: productiviteitsgroei is geen keuze meer, maar een noodzaak. Robotica speelt daarin een sleutelrol.
Het rapport De route naar toekomstige welvaart – Een sterk Nederland in een relevant Europa werd op 12 december gepresenteerd in Nieuwspoort en is opgesteld door Peter Wennink, voormalig CEO van ASML, in opdracht van het demissionaire kabinet. Het schetst een strategische route om Nederland economisch sterk en technologisch relevant te houden in een wereld waarin geopolitiek, digitalisering en schaarste steeds nadrukkelijker samenkomen.
Productiviteit als nieuwe groeimotor
Volgens Wennink is het klassieke Nederlandse groeimodel uitgeput. De arbeidsparticipatie is al hoog, de bevolking vergrijst en het aantal beschikbare arbeidsuren groeit nauwelijks meer. Toch is voor het behoud van welvaart een jaarlijkse economische groei van minimaal 1,5 tot 2 procent nodig.
Die kloof kan alleen worden overbrugd door technologie die structureel productiviteit toevoegt. Robotica wordt in het rapport nadrukkelijk genoemd als een van de technologieën die dit in de praktijk mogelijk maakt, juist in sectoren waar de arbeidsdruk het grootst is: industrie, logistiek, landbouw en zorg.
Robots: onmisbaar, maar niet van ons
Een pijnlijke constatering in het rapport is dat Nederland robotica wel toepast, maar nauwelijks zelf ontwikkelt. Het overgrote deel van de robots die hier draaien, komt uit het buitenland. Daarmee is Nederland vooral gebruiker en nauwelijks speler in de internationale waardeketen.
Die afhankelijkheid is volgens Wennink risicovol. Wie geen invloed heeft op cruciale technologie, verliest zeggenschap over standaarden, leveringszekerheid en strategische keuzes. Dat geldt niet alleen voor chips en AI, maar net zo goed voor robotica, juist omdat robots steeds centraler worden in economische processen.
Kansen voor Nederlandse robotica
Het rapport pleit niet voor het bouwen van ‘meer robots’ in algemene zin, maar voor het gericht ontwikkelen van sterke Nederlandse posities in geavanceerde robotica. Denk aan slimme, gespecialiseerde robotsystemen waarin hardware, software, sensoren en AI samenkomen.
Juist daar liggen kansen voor Nederland. Het land beschikt al over sterke ecosystemen op het gebied van halfgeleiders, hightech maakindustrie, mechatronica en data. Robotica kan fungeren als verbindende technologie waarin deze domeinen samen waarde creëren.
Robotica als onderdeel van een groter geheel
Opvallend is dat robotica in het rapport nooit geïsoleerd wordt benaderd. Robots maken deel uit van een bredere digitale infrastructuur, waarin ook rekenkracht, energie, AI-modellen en toepassingen een rol spelen. Zonder die samenhang blijft innovatie steken in pilots en demonstraties.
Daarom worden in het rapport initiatieven genoemd zoals een Foundational Robotics Lab en een Robotica Center of Excellence, gekoppeld aan investeringen in AI-faciliteiten, datacenters en sleuteltechnologieën. Alleen als die keten compleet is, kan robotica daadwerkelijk opschalen.
Randvoorwaarden zijn doorslaggevend
Technologische ambitie alleen is niet genoeg. Het rapport is scherp over de belemmeringen die innovatie afremmen: netcongestie, hoge energieprijzen, trage vergunningstrajecten en een tekort aan technisch talent. Als die knelpunten blijven bestaan, lopen robotica-initiatieven het risico Nederland te verlaten nog vóór ze volwassen worden.
Voor het Nederlandse robotica-ecosysteem is dit een cruciale boodschap. Zonder versnelling op deze randvoorwaarden verdwijnen niet alleen investeringen, maar ook kennis, bedrijvigheid en strategische positie.
Robotica als strategische keuze
Het Rapport-Wennink presenteert robotica niet als doel op zich, maar als essentieel onderdeel van een bredere economische strategie. De kernboodschap: wie geen keuzes maakt, verliest automatisch terrein. Nederland moet beslissen waar het zelf waarde wil toevoegen en welke technologieën daarbij cruciaal zijn.
Robotica hoort volgens Wennink onmiskenbaar bij die keuzes. Niet omdat robots alles oplossen, maar omdat ze onmisbaar zijn voor een productieve, concurrerende en toekomstbestendige economie.